We hebben vaak het gevoel dat we iets missen. Iets fundamenteels in onszelf, of gewoon fomo. Mark Zückerberg had daar ook last van. Hij vond dat zijn begerige klauw nog niet diep genoeg in ieders privéleven tastte.
Daarom verbrandt hij miljarden om Facebook van sociaal medium om te vormen tot 'Metaverse'.
"He thinks Facebook's Metaverse will be accessible from all devices and apps, and that users will enter the Metaverse to play games, work, and create and share experiences with friends. In fact, he envisions a future where you won't just log onto his company's products; you'll live, work, and hang out in them."
In 2005 schreef ik onderstaande blog waarin ik het (wat mij betreft) schrikbeeld onderzocht van een wereld die Zuckerberg nu met ferme stappen dichterbij laat komen.
Inmiddels, volop in coronatijd* en met de aanstormende klimaatcatastrofe die de echte wereld allengs onherbergzamer maakt, kan ik me de aantrekkingskracht beter voorstellen.
Ik snap inmiddels ook beter waarom generaties Z en Alpha bereid zijn echte dollars te betalen voor virtuele outfits van hun avatar. En dat mensen echte euro's uitgeven aan het eigenaarschap van digitale kunstwerken.
Ze zijn gewoon alvast aan het voorsorteren.
Maar afijn, dit was die blog waarover ik het had:
"Ik zag jaren geleden een video, van een door de plasticindustrie gesponsorde bijeenkomst over hoe de toekomst eruit ging zien. De inspirerende futuroloog wist duidelijk waar hij het over had. Later nog vaak naar gezocht, maar nooit meer teruggevonden.
Wat me bijbleef was dat alle elektronica steeds verder krimpt en digitale rekenkracht almaar verdubbelt. Over een paar decennia (letterlijk een paar) bereiken we zodoende de singularity, het punt waarop een computer net zoveel rekenkracht heeft als het menselijk brein. Een paar jaar later twee keer zoveel alweer en zo verder.
Onmenselijk grote rekenkracht gecombineerd met hele kleine technologie leidt tot steeds slimmere phones en andere apparaten, en uiteindelijk natuurlijk tot een chip die rechtstreeks op ons brein is aangesloten. En op het internet, hoe zich dat dan ook ontwikkeld mag hebben.
De futuroloog voorspelde ook dat we allemaal een avatar zullen hebben – een virtuele versie van onszelf – die in de digitale sfeer onze dingen doet.
Ik kon me daar nooit zo heel veel bij voorstellen, tot ik een paar dagen geleden een stuk in de Volkskrant las waarin het ging over de onstuitbare opmars van sensoren in onze omgeving. Dat straks degene tegenover je op zijn supersmartphonetje allemaal biometrische gegevens over je verzamelt – van veranderingen in je huidtemperatuur en de oppervlaktespanning daarvan, tot je hartslag, pupilbewegingen (en -verwijding en vernauwing) en wat je verder maar kunt bedenken.
We worden wel heel erg transparant, ook wanneer onze gedachten nog niet echt letterlijk kunnen worden gelezen. Wat we voelen en denken wordt nauwkeurig gedetecteerd met sensoren waarvan we ons nu nog geen voorstelling kunnen of willen maken.
En daarmee wordt dan natuurlijk die avatar gevoed.
Er ontstaat een online identiteit met exact dezelfde bloeddruk, buikgevoelens, stresshormonen en gezichtsuitdrukkingen als van onze fysieke verschijningsvorm. Waarvan we ook alle fysieke bewegingen laten registreren, daar is de huidige tracking van onze wifi en gps-signalen letterlijk kinderspel bij. Al onze apparatuur, maar waarschijnlijk ook onze kleding, verzamelt straks gegevens over ons en geeft die ergens aan door.
Zelf zijn we nu al volop bezig ons ‘quantified self’ in te richten met talloze apps die bijhouden hoeveel push ups we doen, hoeveel stappen we zetten en hoeveel van onze to do list we vandaag hebben afgewerkt. Van wie komt straks het initiatief om wat te registreren? En hebben we daar dan zelf nog een stem in?
Afijn, in de niet al te verre toekomst is er dus een avatar in de digitale sfeer die behalve het vlees (en intelligentie) niet meer van zijn fysieke pendant te onderscheiden is. Die bovendien 24/7 in interactie is met die chip in ons brein. Wie is wie dan nog? En wie is er verantwoordelijk voor wiens daden?
Waarschijnlijk heeft je avatar het eeuwige leven, is slimmer dan jij en weet veel beter waar Abraham de mosterd haalt. Hopelijk blijf je op goede voet samen.
Je kunt nachtmerries krijgen over wat NSA’s en andere grootmachtige instanties allemaal aan kunnen richten als het eenmaal zover is. Of andere kwaadwillenden.
En toch heb ik ergens het idee dat we ons tegen die tijd meer zorgen moeten maken over wat de marketeers van plan zijn.
Of gaan we het net zo aanpakken als in het fysieke bestaan en creëren we tientallen avatars; voor elke situatie een andere verschijningsvorm, een ander sociaal masker? Zodat wie ons écht wil kennen ook écht dichtbij moet komen in gedeelde intimiteit. Van mens tot mens, zeg maar.
*Deze observatie (her)schreef ik eind 2020