Eerder gepubliceerd in h-a-h nieuwsblad 'De Brug' Venlo,  1986

10 jaar Zomerparkfeest Venlo - Subsidie?!!?

Een vlaag van bewustzijnsvernauwing

(…) Tien jaar is een mooie leeftijd voor een feest. De kinderziektes ontgroeid maar met nog voldoende jeugdig elan om fris voor de dag te komen.

Dankzij de geruststellende / ondanks de verschrikkelijke (doorhalen wat niet van toepassing is) hoeveelheden alcohol die de afgelopen negen jaar gevloeid hebben om de organisatie te kunnen bedruipen.

Want entree die wordt principieel niet geheven en subsidies daar wil men niet van horen.

Althans niet in samenhang met het zomerparkfeest.

De toenmalige voorzitter ('onze roerganger') grijpt een vrijwilliger in de kraag die zich een ZPF-acroniem (nog met de S van Straatfeest, zoals het ooit begon) in het kapsel liet scheren. (Foto: Leo Munten).

Prachtige brieven, indrukwekkende bijlages

‘Subsidie?!!? Als door een wesp gestoken springt de zomerparkfeest publieksvoorlichter Derkx op en weet in een snelle reflex nog net zijn zojuist ingeschonken glas Kroonjaarbier voor omvallen te behoeden.

Dat neemt niet weg dat er sterke geruchten gonzen over pogingen tot werving van externe financiële ondersteuning,middels eenn beroep op subsidiënten en sponsoren.

Derkx:’Inderdaad, in een vlaag van bewustzijnsvernauwing hebben we vorig jaar besloten om voor het 10e zomerparkfeest fondsen te werven. Prachtige brieven hebben we geschreven met indrukwekkende bijlages en intentieverklaringen.

We dachten nog, als we met een Brinkman of een Cremers rond de tafel gaan zitten, moeten we er modern maar netjes uitzien. Ik dus naar de hair stylist om me zo'n eigentijds springerig kapsel aan te laten meten. Geen gezicht. Of de föhn ontploft was, vroeg een schoolmeisje toen ik buitenkwam.

Voor een goede zaak

Onze voorzitter, ook een tragedie, had zich voor duur geld hier ter stede een colbert van Hugo Boss aangeschaft, toch gauw zo'n 600 gulden.

Maar het was voor een goede zaak en de verwachte subsidies zouden deze onkosten makkelijk dekken en aan onze voorbereiding heeft het dus niet gelegen.

Blijkt die Brinkman zijn aanvankelijke toezegging gebaseerd te hebben op verkeerde inlichtingen van zijn ambtenaren, die in hem de veronderstelling gewekt hadden dat wij een gospelrockfestival organiseren met grote namen uit de reli-popscene.

Ergo: nul op het rekest.

En Cremers hebben we niet eens gezien.

Zijn nachtvlucht mocht geloof ik niet op Beek landen en is toen uitgeweken naar Dusseldorp, terwijl wij In de Oude Vogelstruys te Maastricht onwetend zaten te wachten.

En in de veronderstelling dat de consumpties wel voor rekening van de provincie zouden komen.

Uiteindelijk hebben we de rekening gelukkig met het Hugo Boss colbert kunnen voldoen, anders waren we nu nog glazen aan het spoelen.

Nee, subsidie, praat me er niet van. Mij loopt de gal over.’

Ouderwetse spaarzin

Om die bittere smaak enigszins te bestrijden neemt de voorlichter aan ferme tuig uit zijn laat-Karolingische kelk Kroonjaarbier en vervolgt in staccato: ‘gelukkig is alles toch nog goedgekomen, maar dan ook alleen omdat een ouderwetse spaarzin onze stichting en met name de penningmeester nooit verlaten heeft.

Doordat deze altijd als een cerberus over onze ten goede waakt -- om als een aflevering van het parkfeest volledig in het water zou vallen toch nog een startkapitaal voor het volgend jaar in kas te hebben -- waren er toch nog mogelijkheden om de jubileumeditie van het zomerparkfeest wat extra cachet te geven. Dat zijn we met onze adelbrieven verplicht tegenover het publiek.'

Erop of eronder

Dan vormt zich, als een donkere wolk bij heldere hemel, een diepe groef in het voorlichtersvoorhoofd en het lijkt of een lichte siddering door zijn leden vaart als hij herneemt met: 'Dat betekent wel dat het nu erop of eronder is. Mochten wij de goden --  onwetend als wij zijn -- vertoord hebben en het Parkfeest dit jaar totaal verregent, dan is deze 10e aflevering tevens de laatste’

Hij huivert. Vult de glazen nog eens met het uit het Belgische Wambeek betrokken jubileumbier van het parkfeest (het inmiddels in brede kring geliefde Kroonjaarbier) en constateert opeens verrassend nuchter: 'Daarom is het een goede zaak om tijdens het feest veelvuldig en in grote hoeveelheden aan Bachus te offeren, alleen dat lijkt een zekere manier om mogelijk onheil af te wenden.'

De daad bij het woord voegend wenkt hij de kelner en met het knallen van de kurk klaart zijn gezicht op:

’Heb ik u al van het programma verteld? Want daar kwam u toch voor zei u aan de telefoon? Waarom vraagt u daar dan niet naar? Of wilt u dat moment zo lang mogelijk uitstellen om intussen lekker veel representatief en dus gratis bier van ons te drinken?’

Dan, plotseling milder: ‘Nu ja, u bent journalist, dus u kunt het ook niet helpen. Maar toch, nu zou ik het eens over het programma willen hebben.’

(… het artikel gaat verder met de beschrijving van acts, tot we bij de hoofdact aankomen…, red.)

Iets heel bijzonders

'De hoofdact die dag wordt iets heel bijzonders, waarvoor onze penningmeester diep in de buidel heeft moeten tasten.’

In deze gespreksfase aangeland laat de voorlichter een pauze vallen, vermoedelijk om de dramatische spanning op te voeren, terwijl hij van de gelegenheid gebruik maakt een nieuwe fles te ontkurken, zonder acht te slaan op de tegenwerpingen van zijn gesprekspartner die vreest dat een en ander een te zware aanslag op de leesbaarheid van zijn aantekeningen gaat betekenen, met alle rampzalige gevolgen van dien voor het samen te stellen artikel, zoals de oplettende lezer inmiddels wel heeft moeten constateren.’

'Ik zei dus: diep in de buidel moeten tasten,’ herneemt de voorlichter terwijl het schuim kolkend over de rand van zijn kelk bruist.

Uitgerekend op dit moment lijkt het handschrift van uw verslaggever iedere betekenis ontstegen en zijn de resterende blaadjes in het notitiebloc hoogstens nog geschikt om bij een apotheek aan te bieden, waar men er ongetwijfeld en exotisch medicijnen op zou verstrekken.

Over de hoofdact daarom meer in een volgende editie...