(c) 1986 ~ voor Nieuwsblad De Brug. 

Toon van de Ven:

'Schilderen is zoeken'

Toon van de Ven exposeert niet vaak, maar wanneer het gebeurt heeft hij meestal wel een verrassing.

Hij hangt niet erg aan een stijl, werkt meestal in series die soms jaren in beslag nemen. Midden jaren '70 was de astrologie een centraal thema. Veel symbolen en het verhaal van de overgang van het Vissen-tijdperk naar dat van Aquarius. Buitenaardse beschavingen, schepen die vergaan, mensen die zich verheffen.

De schilderijen knallen de ruimte in.

Hij schildert er veel zo, tot het er op een gegeven moment genoeg zijn en hij andere richtingen inslaat.

Dan komen de Mensen. Vaak karikaturaal uitgebeeld. Popsterren, boeren en punkers, die later weer plaatsmaken voor stillevens, maar dan geen droogboeketten en appels en peren maar schedels, krissen, tot mysterieus leven gewekte poppen, uitheemse maskers en juwelen.

Een serie waarin telkens schedels terugkeren en een andere met schoenen als leitmotiv.

De symboliek is minder uitgesproken dan vroeger, de sfeer indringender.

Tekst gaat verder onder illustratie.

Helaas heeft het krantenartikel en dan met name de foto de knipseldienst niet ongeschonden overleefd.


Toon van de Ven: 'Ik heb altijd binding met mijn vroegere werk. Ook al doe je steeds andere dingen, het is toch vanuit eenzelfde gevoel.

Als ik schilder vind ik altijd dat ik iets moet maken wat niet de zuivere realiteit is zoals wij die waarnemen. Er moet iets achter zitten, al weet ik ook niet precies wat.

Door de hele opzet van een stilleven, de objecten die je gebruikt en de manier waarop je ze rangschikt en combineert, gaat daar iets anders uit spreken, een andere sfeer.

Ook dode objecten kunnen iets gaan zeggen als je echt leven in brengt.’

Onderhuids

De schilder is regelmatig op zoek naar objecten om mee te combineren, om te rangschikken en in een eigen licht te zetten.

‘Schedels vind ik mooi. Wanneer zie je schedels? Dan moet je ze eerst uitkoken, onder de huid gaan.  Je ziet niet meer alleen de buitenkant. In een schedel liggen veel meer karakteristieken dan in een gewoon gezicht, Dat is aangekleed, kan lachen of dingen verbergen.'

Er zijn wel mensen die erdoor afgeschrikt worden, die zijn bang om het diepere van een ander te bekijken.

Ik schilder ook graag schoenen, geen nieuwe maar waar een mens echt in gelopen heeft. Het karakter gaat er dan in zitten. Je ziet dat iemand het moeilijk gehad heeft of makkelijk, de hele mens draagt in die schoenen.’

Schoenen zowel als schedels en andere stillevenornamenten sprokkelt hij van overal bijeen. Van de vuilnishoop of uit de Maas, een kris uit Indonesië of de door de pincher des huizes doorgebeten doek; alles kan dienstbaar zijn.

Ik heb een Romeinse paardenschedel. Die ruilde ik tegen een leeuwenschedel, die misschien wel veel meer waard was. Maar die paardenschedel had iets menselijks en had al die tijd in de Maas gelegen en daardoor een hele mooie kleur gekregen.

Ik heb er een heel mooi doek achter gehangen, drijfhout erbij en maaskeien, want daar kwam de schedel tenslotte vandaan, en wat kettingen die ze vroeger bij paarden gebruikten en dan is het beeld compleet.’

Tekst gaat verder onder illustratie.

Afbeeldingen van het schedelschilderij heb ik helaas niet. Wel nog een buitenaards tekeningetje. 


Zelf proeven

Zo verteld klinkt het wat gladjes; lijkt het helemaal niet te gaan over het schilderij in kwestie, want dat ademt een sfeer die ver uit gaat boven de ervoor gebruikte ingrediënten.

Maar zo is het met vrijwel alle schilderijen van de laatste tijd.

Zoals de ‘Zingende apen’; uitbundig communicerende apenschedeltjes op doeken en baksteen. Twee bokkenschedels in conclaaf, de uitbeelding van een onderonsje van twee oude vrouwtjes.

’Mijn schilderijen van de laatste tijd zijn rustiger, minder druk. Je moet ze als toeschouwer meer zelf proeven.

Zelf ben ik misschien ook wat bedaarder geworden, je stijl verandert dan mee.’

‘De fantasie is het zaad der vooruitgang’

Veranderen

‘Het is ook niet goed om altijd hetzelfde te doen, dan werk je jezelf dood. Wanneer ik met een serie bezig ben ga ik er zo lang mee door als ik leuk vind, maar als dat punt bereikt is verander ik vanzelf.

Deze schilderijen die ik nu maak zijn nog hele fijn geschilderd, maar misschien ga ik ze van de zomer ook wel groter opzetten. ‘

Wat gaat dat dan worden?

'Uitgaande van de enorme krachten die in de natuur aanwezig zijn, denk ik bijvoorbeeld aan een gestalte die ergens zit, ongrijpbaar, maar langzamerhand de hele omgeving overheersend. In het landschap gaan dan bepaalde dingen veranderen, ze blijven wel herkenbaar maar er is duidelijk iets mee gebeurd.

Ik probeer een bepaalde wereld uit te drukken. Er is zoveel in onze kosmos, waarom zou je niet eens iets suggereren?

Dat gebeurt ook vanuit een soort leergierigheid. Ik mag me graag verdiepen in dingen die mysteries zijn. Wanneer je daar niet bij stilstaat, kom je er nooit achter.

Het is waanzin om aan te nemen dat iets wat (nog) niet wetenschappelijk bewezen is echt niet bestaat.

Sommige mensen voelen wat verder en denken erover door. De fantasie is het zaad der vooruitgang, Dat is vaak genoeg gebleken. Als Einstein alleen met zijn verstand gewerkt had, was hij lang zover niet gekomen'.

Energiek

Daarom schildert Toon van de Ven zijn avonden en nachten vol, voor zover er geen belangrijker taken voorrang verlangen. ‘Slapen kun je altijd nog,’ vindt hij en heeft het geluk over zoveel energie te beschikken dat hij met weinig slaap toe kan.

Werken bevalt hem beter.

'Ik wacht niet op inspiratie. Net als met alles is het bij schilderen belangrijk dat je bezig blijft, dan volgt het een uit het andere. Als ik me niet geïnspireerd voel, pak ik bijvoorbeeld wat oudere dingen op en al doende merk je dan vaak dat je jezelf inspireert, maar het komt je niet aanwaaien.

Je kunt het je niet permitteren een afwachtende houding aan te nemen. Schilderen is zoeken, om van het een op het andere te komen. En als je het gevonden hebt is het afgelopen, dan boeit het niet meer en dan moet ik met iets nieuws beginnen.'

Verkoopbaarheid

De mogelijkheid om te schilderen wat hij wil, creëerde Toon van de Ven door in zijn levensonderhoud te voorzien met een leraarschap tekenen aan een middelbare school. Hij is dus niet verplicht om den brode aan de verkoopbaarheid van zijn werkstukken te denken.

'Ik werk niet in eerste instantie voor de verkoop, anders had ik wel andere dingen gemaakt; chrysanten en dorpsgezichten. Niet dat daar iets op tegen is, maar ik heb een andere aard.. Het zijn maar enkele mensen die echt geïnteresseerd zijn in wat ik maak. Meestal zijn het mensen die wat verder denken dan hun neus lang is en die niet alleen uit zijn op wandversiering.’