De sociale beweging van Leo Brueren

'Het leven moet zinniger ingevuld kunnen worden dan met ijsjes, meisjes en sigaretten'

Elke week stapte kapelaan Leo Brueren binnen bij de redactie in Venlo. In zijn hand de kopij voor zijn  wekelijkse rubriek, Van mens tot mens, als ik me goed herinner.

Een zeldzaam bevlogen man die, zo leek het, het halve sociaal werk van de gemeente Venlo had opgericht en functionerend hield.

('Als niemand zich positief ergens voor laat gebruiken, waar blijven we dan nog?')

Ik interviewde hem in 1986 bij gelegenheid van zijn uitverkiezing tot 'Venlonaar van het jaar'.

Hier een paar veelzeggende citaten.


'Met al die activiteiten was het gewoon inspelen op wat zich voordeed.

Je krijgt te maken met de problematiek van allenstaanden en dan probeer je daar wat aan te doen. Hetzelfde met jeugdcriminaliteit.

De dingen die we voor jongeren opzetten, waren er in het begin vooral op gericht de jeugd van de straat te houden, want er was niets.

Alleen de kroeg is wel wat weinig voor de ontspanning van jongeren.

Tegenwoordig treft men zich op niveau bij de centra waaraan ik heb meegewerkt.

Het leven moet zinniger ingevuld kunnen worden dan ijsjes, meisjes en sigaretten.

Als de mens een product aan het worden is, een object, dan gooi je 'm op de vuilnishoop.

Een mens met een oogje of een handje eraf wordt dan opgeruimd.

De mensen voelen zich een nul, object. En dat wil niemand zijn.

Dan krijg je de excessen, zelfmoord, enzovoort.

Als iemand 'nul' verklaard wordt, is het uit.

Veel mensen zijn allang dood voor ze dood gaan.

Het is onze grote opdracht om dát tegen te gaan.

Je hebt met dood en leven te maken.

Iedereen heeft recht op een stuk gelukservaring, je moet de mogelijkheid daartoe scheppen.

(...)

Ik geloof dat het intellectuele teveel is opgewaardeerd. 'Ik denk, dus ik ben wat."

Als je geen doctorstitel hebt ben je nergens meer. Of je moet veel geld hebben.

Ik kan geen stervende begeleiden, want daar heb ik niet voor geleerd, is de redenering tegenwoordig.

Maar je kunt het ook anders zien: ik voel, daarom ben ik.

Als je daar van uitgaat kom je tot andere dingen.

We hebben in ons menszijn talenten meegekregen.

Ieder mens kan liefhebben.

Nou, als-ie daar eens mee begon, was er al heel wat meer warmte.

Maar we hebben de materie overgewaardeerd: ik ben niks want ik heb niks.

De mens is veel meer waard dan hij zelf vaak denkt. Dat probeer ik uit te dragen.'