Ik zat een tijdje in de zelfhulp, zal ik maar zeggen.
Deed een coachopleiding en schreef artikelen voor websites over persoonlijke ontwikkeling.
Zo ook deze observatie, een jaar of vijftien geleden.

Als je geboren zou worden in een bos en je moeder zou erbij overlijden en je zou grootgebracht worden door wolven, dan zou je een wolf worden, met een menselijk lichaam.
Dat je een mens bent komt doordat je tussen mensen bent geboren opgegroeid, opgevoed en geïmpregneerd met het menselijk gedachtegoed.
Je hersens zijn ingericht (bedraad) door wat we als mensen sinds een paar honderdduizend jaar bedacht hebben dat menselijk is.
Dat is voortgebracht door ons vermogen om taal te processen. We kunnen dingen, gevoelens, ideeën en fenomenen benoemen, waardoor ze letterlijk vorm krijgen.
Door de kracht van de herhaling en het collectieve geloof in wat we hebben benoemd hebben we de menselijke realiteit geschapen. Inclusief het idee van een ‘ik’.
Als je erover nadenkt / het probeert te ervaren, kom je erachter dat er niet zoiets bestaat als een ‘ík’; een persoonlijkheid met vaste karaktertrekken, eigenschappen, voorkeuren, en wat dies meer zij.
Je kunt er geen vinger achter krijgen omdat er geen ik bestaat.
Ben je die stroom van elkaar opvolgende gedachten en emoties die je de hele dag ervaart?
Of ben je datgene wat ervaart?
Welke mogelijkheden openen zich als je in staat bent gedachten en gevoelens te zien als dingen die in je hersens gebeuren (en die je in staat stellen in onze maatschappij te functioneren), maar die niet meer zijn dan dat.
Geen absolute waarheden, geen dwingende voorschriften, geen persoonlijkheid, geen karaktertrekken, maar gewoon opkomende en weer verdwijnende acteurs in je interne theater.
Terwijl de film loopt kun je je er geboeid mee identificeren, maar je kunt ook opstaan en naar buiten gaan. De film loopt door en jij doet wat je wil.